Corrie maakt het verschil bij Bravis

“Ik draag mijn werk na vijftig jaar met een gerust hart over”

Hoe maken we morgen beter?

Corrie maakt <span>het verschil</span> bij Bravis

Zeventien jaar en negen maanden was Corrie Perdaems, toen ze op 1 september 1971 als leerling-verpleegkundige begon bij het Franciscus Ziekenhuis in Roosendaal. Bijna een halve eeuw later werkt ze nog altijd met heel veel plezier bij Bravis. Tot september: dan gaat ze van haar pensioen genieten! 

Zeventien jaar en negen maanden was Corrie Perdaems, toen ze op 1 september 1971 als leerling-verpleegkundige begon bij het Franciscus Ziekenhuis in Roosendaal. Bijna een halve eeuw later werkt ze nog altijd met heel veel plezier bij Bravis. Tot september: dan gaat ze van haar pensioen genieten! 

Hart bij de zorg

“Eigenlijk had ik al met pensioen gekund, maar ik doe mijn werk nog steeds heel graag en ik vond het ook gewoon leuk om de vijftig jaar vol te maken. Mijn hart ligt bij de zorg. Dat was al zo toen ik in 1971 begon en dat is nu nog altijd zo. Er is natuurlijk in de loop der jaren wel veel veranderd. Toen ik begon, woonde je tijdens de 3½ jarige opleiding verplicht in de verpleegstersflat naast het ziekenhuis. Daar waren trouwens ook de leslokalen gevestigd. Het was een gezellige tijd en eigenlijk was het ook wel handig om met alle leerlingen uit alle leerjaren samen te wonen: zo kende je altijd al wel een paar collega’s als je op een andere afdeling ging werken.”

Kleinschaliger

Het ziekenhuis was destijds kleinschaliger. “Iedereen kende iedereen in het ziekenhuis, van arts tot schoonmaker, dat is nu niet meer zo. Bovendien is er meer administratief werk bij gekomen in de loop der jaren. Veertig jaar geleden vroeg je in het voorbijgaan aan iemand van de technische dienst om een spijkertje in de muur te slaan, nu kan dat niet meer. Begrijpelijk hoor, dat er veel veranderd is, maar het ons-kent-onsgevoel is niet meer zoals toen. Wel was zowel toen als nu de beste patiëntenzorg bij iedereen de hoogste prioriteit. Dat is gelukkig nooit veranderd.”

Van verpleegkundige naar wondspecialist

Corrie heeft in haar bijna vijftigjarige carrière een behoorlijke ontwikkeling doorgemaakt. “Toen ik mijn opleiding had afgerond, ben ik meteen op chirurgie gaan werken. De dynamiek daar was echt mijn ding. Ik werd teamleider, heb twee keer een nieuwe afdeling helpen opzetten en gaandeweg ben ik me meer gaan specialiseren in wondzorg en decubitus, in de volksmond doorliggen genoemd. Eind jaren negentig waren daar nog niet veel opleidingen voor, dus ben ik op eigen initiatief naar congressen en dergelijke gegaan, deels in mijn eigen tijd. Ook toen al belden ze van alle afdelingen naar mij als ze een complexe wond of decubitus hadden. Dus toen het ziekenhuis een specifieke wondzorgconsulent wilde aanstellen, heb ik meteen gesolliciteerd. Dat je hier dit soort kansen krijgt om je te ontwikkelen, vind ik heel prettig.”

Gedetacheerd

Als gespecialiseerd wond- en decubitusconsulent  heeft Corrie onder meer trainingen gegeven aan huisartsen, apothekers, thuiszorgorganisaties en verpleeg- en verzorgingshuizen in de regio. “Dat doe ik nog steeds ieder jaar bij Stichting Groenhuysen, waar ik ook al twintig jaar lang vier uur per week op detacheringsbasis werk als wonddeskundige. Groenhuysen benaderde het ziekenhuis destijds of zij expertise beschikbaar wilde stellen en zo is dat balletje gaan rollen. Ik vind het leuk dat ik de kans heb gekregen om ook buiten het ziekenhuis mensen te kunnen helpen bij complexe wonden en decubitus.”

Team wondconsulenten

Wat begon met Corrie als enige wond- en decubitusconsulent is inmiddels uitgegroeid tot een team met vier experts op het gebied van wondzorg. “En inmiddels zijn er wél specifieke opleidingen voor verpleegkundigen die zich willen specialiseren op dit gebied. Als ik straks stop met werken, zal ik de prettige contacten binnen het ziekenhuis en binnen mijn team zeker gaan missen. Maar ik durf het team met een gerust hart te verlaten, omdat ik weet dat mijn collega’s met dezelfde insteek werken als waarmee ik zelf ook bijna vijftig jaar geleden de zorg in ging: het verschil maken voor de patiënten en hen zo goed mogelijk behandelen en bijstaan.”